Nederlandse Aardolie Maatschappij

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)
Oprichting 19 september 1947
Eigenaar 50% Shell, 50% ExxonMobil
Hoofdkantoor Assen
Werknemers 1.748 (2011)
Producten aardgas en aardolie
Omzet 3509 miljoen (2016)[1]
Winst € 526 miljoen (2016)[1]
Portaal  Portaalicoon   Economie

De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is een bedrijf dat zich bezighoudt met de productie van aardgas en aardolie in Nederland en op het Nederlandse continentaal plat.

De NAM is voor de helft eigendom van het Brits-Nederlandse Shell en voor de helft van het Amerikaanse bedrijf ExxonMobil. Het hoofdkantoor van de NAM bevindt zich in Assen, andere kantoren zijn onder andere in Hoogezand-Sappemeer en Den Helder. De NAM heeft ongeveer 1.800 medewerkers.

Geschiedenis[bewerken]

Aardolie[bewerken]

De NAM werd opgericht op 19 september 1947. Deze oprichting was het rechtstreekse gevolg van de ontdekking in 1943 van een olieveld bij Schoonebeek. Tussen 1947 en 1996 haalde de NAM met behulp van zogeheten ja-knikkers al ongeveer 250 miljoen vaten olie naar boven. Dat is een kwart van geschatte één miljard vaten die het veld oorspronkelijk bevatte.

De oliebedrijven Shell en Esso besloten in 1947 een bedrijf te starten dat dat zich moest gaan bezighouden met de opsporing en winning van aardolie. Een van de redenen voor de samenwerking was de mogelijkheid om via de Amerikaanse partner de noodzakelijke installaties en boormaterialen aan te schaffen die zeer schaars waren kort na de Tweede Wereldoorlog.[2] In 1953 werd in een boring in Rijswijk de eerste winbare hoeveelheid aardolie in West Nederland aangeboord, dit leidde tot de ontwikkeling van het Rijswijkveld, dat in 1954 in productie kwam en tot 1994 olie geproduceerd heeft. De "Rijswijkconcessie" van de NAM omvat nu het grootste deel van provincie Zuid-Holland. Andere olieontdekkingen in de Rijswijkconcessie volgden onder andere in Wassenaar, Zoetermeer en De Lier. Alleen in Rotterdam-Schiebroek werd nog in West-Nederland op land olie gewonnen. 30 augustus 2013 werden daar de laatste negen ja-knikkers van Nederland uitgeschakeld.[3]

Aardgas[bewerken]

Aardgas nabij Coevorden, Polygoonjournaal 1948

In 1948 boort de NAM in Coevorden voor het eerst aardgas aan. Deze ontdekking werd gevolgd door een aantal andere kleine velden waaronder bij De Wijk. In 1959 vindt de maatschappij ook bij Slochteren aardgas. In 1960 werd ook in Delfzijl gas aangeboord in dezelfde zandsteenlaag, met dezelfde druk en samenstelling als het aardgas in Slochteren. Hierdoor groeide het besef dat er maar één groot gasveld onder een groot deel van de provincie Groningen lag; het beroemde Groningen-gasveld was ontdekt. In 1962 bepaalde de overheid dat de exploitatie van dit veld in handen zou komen van een maatschap, waarin de NAM een belang van 50% zou krijgen.[4] Deze vondst stimuleert het zoeken naar aardgas in de Noordzee en in 1961 is de NAM het eerste bedrijf in West-Europa dat op de Noordzee naar gas boort.

Op 30 december 2008 verkoopt de NAM exploratie-, productie- en transportactiviteiten voor olie en gas die langs de NOGAT-pijpleiding in de Nederlandse sector van de Noordzee liggen.[5] De nieuwe eigenaar, GDF SUEZ, koopt hiermee de NAM-belangen in de licenties F3b, L4c, L5a, L12a, L12b/L15b en L15c. Verder neemt het Franse energiebedrijf ook de belangen over in het NOGAT-transportsysteem en het Nederlandse deel in de A6-F3 pijpleiding.[5] Deze olie- en gasvelden produceren jaarlijks omgerekend 3,3 miljoen vaten olie.[5] Met de transactie was een bedrag van €1.075 miljoen gemoeid.

In januari 2012 maakte NAM een nieuw gasveld bekend. Naar schatting zit er ruim 4 miljard m3 in het reservoir en is hiermee de grootste gasvondst op land voor de NAM sinds 1995.[6] Het gas zit ongeveer 3900 meter diep en medio 2012 is de productie gestart.

In september 2016 besloot de minsterraad op voorstel van Henk Kamp de komende vijf jaar de gaswinning uit het Groningenveld te beperken tot 24 miljard kubieke meter per jaar.[7] Alleen in koude winters en voor zover strikt noodzakelijk mag extra gas worden geproduceerd.[7] In 2021 wordt het besluit heroverwogen of eerder als nieuwe kennis of verandering van feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven.[7]

De aandeelhouders van de NAM, Shell en ExxonMobil, zijn ook aandeelhouder in GasTerra, de grootste afnemer van aardgas.

Productie en faciliteiten[bewerken]

NAM ondergrondse gasopslag bij Norg/Langelo

Tegenwoordig ligt de nadruk op de productie van aardgas. Per jaar produceert de NAM circa 60 miljard m³ gas, waarvan het grootste deel uit het Groningergasveld en de rest uit de verschillende kleinere velden (circa 25%) en de rest van de Noordzee. Hiermee produceert de NAM ongeveer 75% van het Nederlandse gas. Er wordt ook nog op kleine schaal aardolie gewonnen door de maatschappij.

Op het land heeft de NAM enige tientallen productielocaties die zich voornamelijk in noordoost Nederland, maar ook in Zuid-Holland bevinden. Hiernaast is er in Grijpskerk en Norg/Langelo een ondergrondse gasopslag om als reserve te dienen in tijden van grote vraag. Ook op de Noordzee heeft de NAM een aantal productieplatforms. In Den Helder bevindt zich de grootste gasbehandelingsinstallatie van Europa met een capaciteit van 19,5 miljard m³ per jaar. Hier wordt al het gas behandeld dat van het Nederlandse continentaal plat binnenkomt en doorgeleverd aan GasTerra.

Hieronder een overzicht van NAM productie data.[8]

Gashoeveelheden luiden in miljarden m³
Omschrijving 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
Aardgasproductie totaal 47,7 57,9 53,3 67,3 62,8 59,6 70,6 55,0 46,4 35,8
waarvan in Groningen-veld 28,9 39,4 37,6 51,2 46,8 47,8 53,9 42,4 28,1 27,6
waarvan in kleine gasvelden 18,8 18,5 15,7 16,1 16,0 12,0 16,7 12,6 18,3 8,2
Olieproductie (in m³) 358.736 330.430 322.573 281.350 431.000 435.000 598.000 677.000 346.000 178.000
Aardgascondensaatproductie (in m³) 514.979 414.600 350.571 350.075 308.817 n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.

De halvering van de olieproductie in 2015 komt door een lek in een watertransportleiding.[9] Over een lengte van 45 kilometer wordt een nieuwe kunststof transportleiding in de bestaande pijpleiding gebracht. De oliewinning in Schoonebeek is pas sinds medio september 2016 weer opgestart.

Herontwikkeling olieveld Schoonebeek[bewerken]

Oliewinning in Schoonebeek

De NAM is in 2004 gestart met de herontwikkeling van een deel van het olieveld Schoonebeek. De winning uit dit veld werd in 1996 stopgezet, omdat de olieproductie met de toenmalige kennis en infrastructuur niet winstgevend was. In de bijna 50 jaar productie, is maar ongeveer een kwart (250 miljoen vaten) van de oorspronkelijk aanwezige hoeveelheid olie gewonnen. De NAM injecteert stoom in het veld waardoor de stroperige olie vloeibaarder wordt. Er worden circa 70 nieuwe putten geboord, waarvan ongeveer een-derde voor de injectie van het stoom en de rest voor het oppompen van de olie. De gewonnen ruwe olie zal niet via het spoor naar Rotterdamse raffinaderijen worden vervoerd, maar worden verwerkt in een raffinaderij in Lingen te Duitsland. Het water dat bij de olieproductie vrijkomt wordt geïnjecteerd in de lege gasvelden in Twente. Maximaal kan 12.500 m³ water per dag op een diepte van 2000 meter worden geïnjecteerd.[10] De NAM verwacht de komende 25 jaar nog eens 100 à 120 miljoen vaten in totaal uit het veld te halen. De productie is in januari 2011 herstart. Energie Beheer Nederland (EBN) participeert voor 40% in dit project.

Groningen Long Term Project[bewerken]

Het Groningen Long Term Project (GLT) is een renovatieprogramma van het Groningengasveld. De aanleiding voor het investeringsprogramma was de vermindering van de druk door de jarenlange productie van gas uit het veld. Het project is in 1997 gestart en is na 12 jaar in 2009 afgerond. Het gasveld telt 22 productielocaties; iedere locatie bestaat uit een aantal putten en een gasverwerkingsinstallatie. Er zijn 14 kleine productielocaties, deze zijn het eerste gebouwd en kunnen dagelijks 15 miljoen m³ gas produceren. Verder zijn er acht grotere en modernere locaties, elk met een capaciteit van 25 miljoen m³. De renovatie van een productielocatie duurde gemiddeld 18 maanden en gedurende het gehele project waren maximaal drie locaties buiten productie. Door deze volgtijdige aanpak kon de aardgas productie gewoon doorgaan. Alle locaties zijn voorzien van nieuwe compressoren die de druk van het veld weer op het gewenste niveau kunnen brengen. Met het GLT-project kan de NAM nog 50 jaar gas winnen uit het Groningenveld. De totale investering was ongeveer twee miljard euro.[11]

Aardbevingsproblematiek[bewerken]

De gevolgen van de aardgaswinning door de NAM in het Groninger gasveld zijn bodemdaling en geïnduceerde aardbevingen. Het bedrijf heeft lang ontkend dat schade aan huizen in deze provincie ontstaan is door aardbevingen, maar is de laatste jaren gedwongen dit standpunt te herzien. Sinds een grote beving bij Huizinge op 16 augustus 2012 met een kracht van 3,6 op de schaal van Richter is er veel aandacht voor dit fenomeen.[12] De NAM heeft meer dan 10.000 schademeldingen[13] van gedupeerden ontvangen. Hiervan claimt de NAM dat een jaar na de eerste zware aardbeving in Huizinge 3000 meldingen zijn afgehandeld. Vanwege de veiligheid van de bewoners in het gebied adviseerde het Staatstoezicht op de Mijnen in 2012 met klem om de gaswinning sterk terug te schroeven. De NAM heeft dit, op aanwijzing van het ministerie van Economische Zaken, tot dusver nog niet hoeven doen.

In januari 2015 lekte een conceptrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit waarin staat dat het ministerie van Economische Zaken en de NAM jarenlang geen rekening heeft gehouden met de veiligheid van de inwoners en dat ze enkel oog hadden voor de economische baten van het aardgas.[14]

Externe link[bewerken]